Zelfcompassie

Wat is (zelf)compassie?

Met mindfulness maak je ruimte, met compassie vul je de ruimte met warmte.
Compassie is liefde die pijn ontmoet en liefdevolle zorg draagt.

Het gaat hierbij niet om simpelweg ‘lief’ te zijn voor jezelf, het vraagt soms krachtige vastberadenheid om in contact te treden met de rauwe werkelijkheid.

Waarom zelfcompassie?

We bevinden ons in een paradoxale situatie. Nog nooit hadden we hier zoveel mogelijkheden voor een goed leven: zonder armoede, oorlog, hongersnood of dreigende epidemieën. We worden erg oud in relatief goede gezondheid. Tegelijkertijd nemen andere problemen zienderogen toe: klachten van stress, burn-out, slapeloosheid, verslaving en depressie. De keerzijde van onze ‘autonomie’ uit zich steeds vaker in eenzaamheid, grenzeloosheid, keuzestress en het niet meer eenvoudigweg gelukkig kunnen zijn met kleine dagelijkse dingen. Als we het contact met onszelf en onze omgeving kwijtraken ervaren we een leven vanuit tekort en wordt verlies, verdriet en tegenslag moeilijk te dragen. Tegelijkertijd lijkt er weinig ruimte voor kwetsbaarheid en ervaren we druk om origineel, succesvol en perfect te zijn. Hierdoor kunnen we in een negatieve spiraal terechtkomen van veroordeling, zelfkritiek en afwijzing. Met behulp van stilte, aandacht, vriendelijkheid, gedeelde vreugde en compassie kunnen we de negatieve spiraal doorbreken en weer leren genieten van het mooie dat ons leven ons te bieden heeft.

zelfcompassie-ademtij-meppel

Overlevingsmechanismen

In ons lichaam zijn 3 fysiologische emotie regulatie systemen actief die gericht zijn op ons overleven:

Het jaagsysteem
Het gevaarsysteem
Het kalmerings- of zorgsysteem

Deze systemen zijn gekoppeld aan ons sympathische en parasympatische zenuwstelsel. Het sympathische deel wordt bijvoorbeeld actief als we schrikken (gevaarsysteem). Door de stress van de schrik neemt o.a. het hormoon adrenaline toe. Dit doet ons blozen, zweten, de hartslag verhogen en ademhaling versnellen. Het zorgt voor meer zuurstof in de spieren waardoor we makkelijker kunnen vechten of vluchten indien de situatie daarom vraagt. Soms kunnen we niet kiezen en gaan we op slot. Dan bevriezen we. Als het gevaar geweken is  en je van de schrik bekomen bent, daalt de adrenaline spiegel en komt je lichaam weer tot rust.  Als er iemand in je buurt is die je dan troost en je misschien even vasthoudt of knuffelt komt het  hormoon oxytocine vrij waardoor je nog makkelijker kalmeert (je zorgsysteem wordt geactiveerd). Het jaagsysteem zorgt ervoor dat je je bed uit komt, een betere baan vindt en je deadlines of de finish haalt. Na het jagen volgt vaak een beloning en komt er endorfine vrij wat je een fijn gevoel geeft. Als je jaag- of gevaarsysteem bijna constant aan staat blijft je adrenaline, noradrenaline en cortisol  niveau te hoog. Dit maakt je vatbaar voor ziektes als burn-out. Voor een goede gezondheid is het dus van belang dat je jaag-, gevaar- en zorgsysteem in balans zijn. Mindfulness en zelfcompassie helpen je makkelijker terug te keren naar je zorgsysteem.

De 4 hartkwaliteiten

Als we zelfcompassie beoefenen, oefenen we met het ontwikkelen van de 4 hartkwaliteiten:

Liefdevolle vriendelijkheid
Gedeelde vreugde
Gelijkmoedigheid
Zelfcompassie

De hartkwaliteiten dragen bij aan een positieve ontwikkeling van je zelf-zorgsysteem. Als je beter in je vel zit kun je je ook (weer) makkelijker openstellen voor verbinding met anderen. Iemand vroeg mij eens: “Van waaruit wil je leven?” Dit bepaalt mede de dingen die we om ons heen zien. Als je leeft vanuit een van de 4 hartkwaliteiten is het makkelijker om het goede te zien, minder te oordelen en meer geduld en vertrouwen te hebben.

Carien Olbers van Ademtij
Carien geeft mindfulnesstrainingen voor groepen; mindful coaching voor individuen; en verdiepende persoonlijke begeleiding.

Ga naar de contactpagina >