Wat was…
Vroegkinderlijk trauma
Gedurende een groot deel van mijn leven heb ik last gehad van ingrijpende ervaringen uit mijn jeugd. Als baby ben ik een poosje gescheiden geweest van mijn moeder (1961). Later waren er gezinsverzorgsters omdat moeder regelmatig ziek was. Dit maakte dat ik mij lange tijd onzeker heb gevoeld over of ik er wel mocht zijn. Als kleuter viel ik van de hooiwagen (in coma) en heb ik veel last gehad van zware hoofdpijnen. Ik was angstig tijdens de vele en vaak heftige ruzies van mijn ouders, waarvoor ik mij ook schaamde. Het leed van thuis hield ik op school en later bij vrienden goed verborgen.
Doodgeboren kindje
Aan het eind van mijn tweede zwangerschap (1995) voelde ik geen leven meer. Ik was in shock maar moest door, ook al wist ik soms echt niet hoe. Ik heb mezelf herpakt, de waaromvraag achter me gelaten en had binnen een maand een sollicitatiegesprek voor een baan aan de ander kant van het land. Drie dagen per week ging ik ’s ochtends om 6 uur de deur uit en kwam ik om 8 uur ’s avonds weer thuis. Ik kreeg chronische last van spanningen waardoor mijn adem hoog zat en ik me vaak oververmoeid voelde.
Burn-out
Jaren later werkte ik als intern begeleider op een basisschool. Er was een doodziek kindje en ik begeleide zowel de ouders als de juf. Nadat het kindje was overleden lukte het mij niet meer om de aandacht bij mijn werk te houden; ik werd somber, kreeg last van faalangst en kwam met een burn-out thuis te zitten (2012). In die tijd had ik contact met een psycholoog, en alhoewel de gesprekken opluchtten, ging het mij niet diep genoeg. Het verdriet en de angst zaten immers niet tussen mijn oren maar in mijn lijf!